.
Het ochtendgrijs als een naargeestige deken.
Een bladzij vol van morgendauw.
Een kleine plas.
Een stad.
Een hemelse vrouw…
Maar schreiend wolkte zij de hemel in.
Van daar vielen haar tranen met bakken neer.
Een vloed als donder en de horizon ging onder.
Rap verdronken werd de dag beschouwd.
En het klaarde nimmer weer.
© Rudolf
Ik denk
ik zit aan een tafel vrij,
met één stoel,
een boek,
met een glas wijn erbij.
Ik dacht
ik zit
aan een tafel vrij,
met één stoel,
een boek,
met een glas wijn erbij.
Heb ik u gevraagd?
Denk ik zachtop.
Ik zit aan een tafel vrij,
met twee stoelen,
een boek,
twee lege glazen
en dat is
het dan wel,
zo ongeveer.
© Rudolf
Blijf op je pad, het gaat mij niet aan.
De grond zal vervloekt
zijn,
doorns en distels zal hij voortbrengen,
voor hen...
Mensen leven in overvloed
en weten vaak niet wat waardevol is,
wat echt waardevol is,
en
wat niet waardevol is,
en vermoorden er mensen om,
kinderen,
als ze hinderen,
meedogenloos.
“Moest ik gaan door het dal van de schaduw des doods,
het kwaad zal ik niet vrezen.”
Amen.
Ik heb er
niet de juiste woorden voor
om te helpen,
maar de boodschap moet worden uitgedragen.
Nog heb ik ze niet,
maar ze vinden zal ik.
Ik zal vinden.
Iedereen die de bron kent, er weet van heeft,
leeft en zal vinden,
terugvinden.
Blijf op het pad, het gaat je niet aan.
Ik houd het geloof.
© Rudolf